In ieder van ons leeft een goedheid.
Een goedheid die verloren gaat als we verslaafd raken aan een gecreëerd zelf. Door weer vriendschap te sluiten met ons zelf kunnen we ons thuis terugvinden.
Kijken naar alles wat in je leeft met een groot mededogen.
We zijn nogal eens hard tegen ons zelf, harder dan je ooit tegen een vriend zou zijn. Als je met heel veel mededogen kijkt is er opening mogelijk. Je kunt je ontspannen. Er ontstaat weer ruimte in je zelf.
We zijn gewend aan onze identiteiten, alle rollen die we spelen. Daar vinden we houvast. Maar mogelijk verkramp je daardoor ergens in je lichaam, wat op den duur onprettig gaat voelen. Door hier als een vriend naar te kijken, kun je de kramp weer loslaten.
Je leeft volgens je overtuigingen, ideeën.
Zij bepalen wat je waarneemt en hoe je waarneemt; ze beïnvloeden je gedachten, je verwachtingen en wat je doet. Je bent je alleen lang niet altijd bewust van alle overtuigingen die je hebt. Als je je bewust wordt van een overtuiging kun je deze veranderen of loslaten, en daarmee je leven veranderen.
Er zijn geen ‘goede’ en ‘slechte’ overtuigingen. Er zijn alleen overtuigingen die je bij voorkeur ervaart en overtuigingen die je liever niet ervaart.
Je hebt je overtuigingen zelf gecreëerd vanuit je bron. Vanuit die plek kun je ook de overtuigingen creëren die je voorkeur hebben.